Donderdag 18 januari stap ik vroeg op de boot. Het geronk van de motor maakt dat ik al snel in dommel en pas bij aankomst wakker word. Een raar pretpark -achtig treintje brengt mij en de andere passagiers naar een grote bus die ons naar het vliegveld brengt. Op het vliegveld maakt ik en praatje met een ouder Engels stel die heerlijk 4 maanden aan het reizen zijn. Tijdens het wachten eet ik een lekkere Thaise curry. Voor dat ik er erg in heb kan ik boarden. Tegen half vier ’s middags land ik in Chiang Mai.
Zes jaar geleden was ik hier, tijdens mijn eerste reis alleen, voor de eerste keer. Grappig om hier er te zijn. Zo af en toe loop ik en straatje in een herken ik iets. De dagen in Chiang Mai zijn heerlijk lui. De vorige keer dat ik hier was, heb ik veel bezienswaardigheden bezocht. Heel geruststellend…. Ik mis nu niets maar vooral hoef heel weinig…. Kan rustig door de stad wandelen, markten bezoeken (ooh wat moet ik me inhouden om niet van alles te kopen). Breng uren door op terrasjes met een boek afgewisseld met dutjes en natuurlijk niet te vergeten eten. Schuif regelmatig bij kleine (straat)tentjes voor heerlijke hapjes. Ik laat me masseren door vrouwelijke gevangene die in kader van rehabilitatie buiten werken. Een bewaakster houdt een oogje in het zeil.
Het plan was om een hippe dorp, Pai, zo een 200 kilometer hiervandaan te bezoeken maar dit heerlijk luie tempo bevalt zo goed dat ik mijn bezoek aan Pai besluit te skippen.
Op zondag geef ik mezelf een schop…. Ik boek mijn reis richting Laos. Hier verheug ik me erg op. Twee dagen met de slowboat over de Mekong naar Luang Prabang. Morgenochtend word ik opgehaald en zal eerst met de bus naar de grens met Laos worden gebracht om dinsdag op de boot te stappen. Mijn reisspirit komt langzaam terug. Pak rustig mijn tas in, maak nog een ommetje door de buurt en duik dan opnieuw vroeg mijn bed in.