mariscaj.reismee.nl

Niet vooruit te branden in Mawlamyine

Maandagmorgen ben ik zonder wekker rond kwart voor zeven wakker. Ik voel me nog moe en mijn lichaam wil maar niet op gang komen. Ik wil nog ontbijten dus kom ik in actie. Wanneer ik onder de douche wil stappen, gaat de telefoon. Het ontbijt buffet is tot 9 uur of ik nog wil ontbijten vraagt een vriendelijke mevrouw aan de andere kant van de telefoon. Ik sprint naar beneden en oh wat ben ik blij. Het is een luxe buffet met diverse soorten bruin brood. De douche na het ontbijt helpt me niet om echt wakker te worden. Pas rond half twaalf loop ik naar buiten. De portier wijst naar de zon en roept hot. De goede man heeft helemaal gelijk. Hier is het echt heel warm. Het lukt me niet om een motortaxi te vinden. Ik loop terug naar het hotel en krijg hulp van de portier. Voordat ik weet, zit ik achter op weg naar Mahamuni pagode. Ik kom aan bij een pagode die een verloederde indruk maakt. Het lijkt de hangplek voor enkele verwarde/verwaarloosde mensen en veel honden. Ik loop verder naar boven een zaal in met boeddha’s. Een vriendelijke oude man staat voor me. Hij gebaart van alles maar ik begrijp hem niet. Lach lief, stop wat geld in donatiepot en loop, mezelf wat ongemakkelijk voelend, door. Hoe hoger ik kom, gaat de pagode er beter uitzien. Ze zijn druk bezig met renoveren. Ik kan geen genoeg krijgen van al het goud en kitsch van Aziatische tempels. Het uitzicht is van fantastisch. Ik zit lange tijd relaxed mensen te observeren en droom weg uitkijkend over het landschap. De volgende pagode is op loopafstand. Omdat het warm is, drink een colaatje bij een van de kraampjes. Een oudere  vrouw komt naar me toe lopen, zegt gedag en bekijkt me van top tot teen. Ondertussen deelt ze haar gedachtes met een andere vrouw. Die komt ook even naar mij kijken. Dit is de eerste keer dat ik zo openlijk wordt bekeken. Openlijk je nieuwsgierigheid tonen, is niet gebruikelijk in Myarmaanse cultuur. Ik zie de mensen met verbazing naar me kijken maar dat is inderdaad erg vluchtig en discreet. Vaak wordt er vriendelijke gelachen, een enkeling vraagt in gebroken Engels waar ik vandaan kom en heel soms wordt er stiekem een foto van mij genomen. Ik ben nog steeds moe maar vooral sloom. De hitte helpt ook niet. Het is 35 graden vertelt de weerapp mij. Ik sta op een loop richting de volgende pagode. Achter me hoor ik de vraag motortaxi? Voordat ik het zelf weet, roep ik ja, de naam van mijn hotel en zit ik achterop. Aangekomen loop ik richting restaurant. Ik word begroet door een Duitse vrouw die ook op de boot zat. Zij heeft de hele ochtend rond gelopen. Terwijl ik geniet van tempura garnalen zitten we gezellig te kletsen. Zij vertelt daar ze al jaren naar Myanmar op vakantie gaat. Ze heeft 2 ‘foster parent- kinderen, die in Duitsland good children heten, die zij jaarlijks bezoekt. Ze kan leuk vertellen over de bezoekjes aan de familie van haar good- kinderen. Hoe de hele familie toekijkt terwijl zij aan het eten is en zij pas eten wanneer zij klaar is. Voor buitenlanders is het verboden om bij Birmese mensen te logeren. Ik zucht dat ik zo moe ben. Ga lekker en dutje doen, het is tenslotte vakantie is haar antwoord. Ik laat het mij geen 2 keer zeggen. Doe een lekker dutje en eet ‘s avonds weer in het hotel. 

Dinsdag kom ik weer in actie. Heb beroerd geslapen. Myanmar kent vele verschillende volken, met onderlinge conflicten. Ik verblijf nu in het gebied van de Mon's. Het zijn feestdagen in dit gebied en tot vijf uur in de ochtend schalde keiharde muziek door de stad. Ik ontbijt met de Duitse vrouw. Vandaag ga ik naar Ogre eiland. Een eiland waar ieder dorp zijn eigen ambacht heeft. Toeristen mogen er niet overnachten. Ik deel de tuktuk met een Argentijn die nauwelijks Engels spreekt. Onze gids is een keurige jongen van begin 20. De eerste stop is bij een dorp waar ze leisteen schoolborden maken die kinderen, vooral op het platteland, als schrift gebruiken. Met verbazing kijk ik naar de ouderwetse manier hoe deze worden gemaakt. Het is een arbeidsintensief proces. De leisteen komt uit nabij gelegen mijnen. Bij winning hiervan komen helaas ook veel mannen om het leven. We krijgen beide een schoolbordje mee. We stoppen bij een pagode en genieten van het uitzicht. Het is een mooi groen eiland met een gemoedelijke sfeer. Er zijn veel rubberplantages. We zien hoe van het sap van de rubberbomen dikke matten voor diverse doeleinden worden gemaakt. Vervolgens gaan we naar een elastiekjes’fabriek’. Het maken van elastiekjes is niet eenvoudig en bestaat uit veel stappen. Ik snap er dan ook niets van dat wij voor een appel en een ei een doos elastieken kunnen kopen. Ik blijf me de hele dag verbazen. Zo ook bij de vrouw die kokosdeurmatten maakt. Het touw voor de matten draait ze behendig uit de platgeslagen bast van de kokosnoot. Om ze vervolgens tot een deurmat te knopen. In de weverij werken veel jonge meisjes. Ze maken dagen van 10 uur maar kunnen tussendoor naar huis voor het huishouden licht onze gids toe. Tussen de weefgetouwen ligt een baby in een hangmat te slapen. De meeste van de stoffen worden verkocht aan Thailand. Waar ze met winst worden verkocht. Onze regering heeft nog niet door hoe ze zelf geld kunnen verdienen, zegt de gids zuur. Bij een houtwerkplaats koop ik een paar handgemaakte pennen. Tegen vier uur zijn we terug bij ons hotel. Ik vraag aan de Argentijn wanneer hij doorreist naar zijn volgende bestemming. Uit zijn glazige blik maak ik op dat hij nog minder Engels verstaat dan aangenomen. 


Reacties

Reacties

Marije, Sjoerd en Bento

Hee Maris, wat heerlijk weer je avonturen te lezen! Je schrijft zo beeldend, leuk! Geniet van je reis. Wij zijn nu in Australië en hebben nog een maand. Volgende bestemming is nog onbekend :). Druk bezig met plannen maken. Liefs van ons drietjes

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!