Cienfuegos
Slaap onrustig omdat ik vroeg en bus moet halen. Om iets over half zeven neem ik afscheid van Magaly. Een schat van een mens maar haar casa zal ik niet aanraden. Het eten was veel en redelijk lekker voor Cubaanse begrippen. Ik heb in een rottige bed geslapen. In de kamer heeft zij twee tweepersoons bedden gepropt waardoor je er nauwelijks kunt lopen zonder je je te stoten. Een blauw scheenbeen als bewijs.
De tocht naar Cienfuegos duurt zeven uur inclusief een lunchstop. Bij het restaurant word ik in het Spaans aangesproken door een oudere man die zo lijkt weggelopen uit Buena Vista Social Club. Ik krijg de allerliefste glimlach. Mijn ‘no hablo espanol’ weerhoudt hem niet om tegen me aan te blijven kletsen. Ik eet een broodje met onduidelijke kaas.
Tegen twee uur ’s middags ben ik in Cienfuegos. Ik heb niet goed opgelet en had een halte eerder moeten uit stappen. Nu sta ik net buiten de stad. Een taxi is snel gevonden en voor het achterlijk
hoge bedrag van, vijf euro voor een rijtje van nog geen tien minuten, sta ik voor mijn casa. Ik word ontvangen door een oudere chique dame met snor. Ja, ze verwacht me. Ik stap terug in de tijd en
kijk mijn ogen uit. Ik ben in het paleis der kitsch beland. Ze brengt me naar mijn kamer. Ik heb een kamer met eigen opgang en zelfs een kleine patio met een zitje. Die middag doe ik niet veel.
Loop wat door het stadje, zit op een terras en luister naar muziek. Ik koop een tekening die een straattekenaar van me heeft gemaakt.
Van de paardrijdtocht zijn mijn gympen erg vies geworden. Magaly was zo lief om ze schoon te maken. Ze zijn nog wat vochtig dus laat ik ze buiten om wat te drogen. Die nacht komt er een tropische
regenbui voorbij en zijn mijn gympen de volgende ochtend doorweekt. In mijn beste Spaans vraag ik om oude kranten, vragend mevrouw met de snor me aan.. El sol, ze geeft haar hulp de opdracht om
mijn gympen in de zon te leggen. Aan het eind van de dag zijn ze kurkdroog
Vandaag een cultuur dagje. Ik bezoek een musea, die vallen erg tegen in Cuba. Het gaat vaak om een hele kleine collectie. Bezoek een van de vele kunstgaleries. Maak een praatje met een kunstenaar
in zijn atelier. Hij heeft een tijd voor de staat gewerkt maar toch voor de kunst gekozen. Hij kan ongeveer de helft van zijn inkomsten houden. Het lukt hem om af en toe werk aan toeristen
verkopen. Af en toe wordt hij bezocht door een ‘kunstscout’ uit het buitenland. Zijn schilderijen zijn betaalbaar. Een groot schilderij wat ik heel mooi vind kost € 350, -. ’s Avonds ga ik muziek
luisteren in het centrum. Ik heb geen sleutel van de voordeur en de dame met snor grapt of ik tot drie uur in de ochtend uit ga….. Het is lekkere muziek maar publiek met een hoog bejaardengehalte.
Ik bestel mijn eerste mojito, die ik trouwens niet lekker vind. Er wordt flink gedanst. Op een bepaald moment spreekt een oudere man me aan. Ik begrijp werkelijk niets van wat hij zegt. Ondanks dat
ik zeg dat ik geen Spaans spreek, blijft hij maar tegen me aan kletsen. Om de haverklap tikt hij me aan om weer heel lang tegen me aan te praten. Wanneer de band gaat pauzeren, is het voor mij het
moment om te vluchten voor deze praatgrage Cubaan. Ik meld me op tijd bij de dame met de snor.
Met mijn voorliefde voor planten staat vandaag, het is alweer zondag, een botanische tuin op het programma. Gisteren al wat uitzoekwerk gedaan, wat in Cuba een hele klus is. Via een touroperator
dit regelen lukt niet wanneer je alleen reist. Voor het uitje naar de tuin is een minimum van drie personen vereist. Ik krijg de tip om zelf met en taxi naar de tuin te gaan. Via doña Daisy, de
mevrouw met snor regel ik een taxi. Bij het ontbijt blijkt dat er wat onduidelijkheid is. Met mijn beperkte Spaans duurt het even voordat de onduidelijkheid mij duidelijk wordt. De wintertijd is
vannacht ingegaan in Cuba, wintertijd in Cuba, waarom??.... Doña Daisy adviseert me om een uurtje eerder te vertrekken. El sol roept ze een aantal keer tamelijk dwingend. Ik begrijp het en vertrek
een uur, of zijn het er twee?, eerder. Een aantrekkelijke Cubaanse taxichauffeur rijdt me naar de tuin. Daar sluit ik aan bij een groepje bestaande uit een Spaans en Oostenrijks stel een en een
grappige goed Engels sprekende gids. Heerlijk al die informatie over de bomen en planten. Helaas is de rondleiding van korte duur. Op advies van de taxichauffeur bezoek ik een meer waar je vogels
kunt spotten. Hoewel het midden op de dag is en ik waarschijnlijk weinig vogels zal zien, waag ik een gok. Het is heel warm en van de korte wandeling naar het meer breekt het zweet me uit. Ik heb
dan ik erg te doen met de man die het eindje moet roeien. Ik geniet van de aanblik van flamingo's en leer dat de nog redelijk witte flamingo's jonkies zijn.
De taxichauffeur probeert het nog om een rit naar Trinidad waar ik morgen naar toe ga, te verkopen. Hij vraagt 30 cuc en de bus kost 6 cuc. Keuze is snel gemaakt.
‘s Middags maak ik een wandeling. Vanwege de drukkende warmte besluit ik een biertje te drinken op een terras. Ik maak en kletspraatje met de man die eerder een tekening van mij heeft gemaakt.
Terwijl ik op mijn telefoon dit verhaal aan het schrijven ben, word ik aangesproken door Cubaanse jongens die goed Engels spreken. Of ik Internet wil? Op het plein is een wifipunt. Zij kunnen me
helpen aan een internetkaart voor 4 cuc. Ze zien er, op het eerste gezicht weinig betrouwbaar uit, vier euro verlies overleef ik wel, bedenk ik. Eén van hen gaat een kaart voor me kopen. En een
andere Cubaan, die vertelt dat hij in Amerika heeft gewoond, installeert het een en ander. Ja, hoor het werkt, ik heb een uur internet. Ik verstuur snel een aantal WhatsApps en een email. Ik voel
wat zware druppels, ik moet een sprintje trekken om redelijk droog aan te komen in mijn casa. Die avond staat een enge soep, warme melk met kaas, die ik beleefd moet weigeren, op het menu.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}