Nog heel even in Singapore
Donderdagochtend kan ik wat rustiger aan doen. Tegen 10 uur ga ik de deur uit. Ik neem de verkeerde uitgang en loop met een omweg naar het Nationaal museum. Onderweg ontbijt ik in een klein hip koffietentje vlakbij kantoorgebouwen. Ik krijg een buzzer mee en ga lekker buiten onder een koele galerij zitten. En ouder Engels echtpaar begint een kletspraatje. Ze komen al 20 jaar naar Singapore en blijven nieuwe dingen ontdekken. Ik krijg wat handige tips. Mijn buzzer gaat. De vrouw is zo vriendelijk om deur open te houden wanneer ik met m’n dienblad met een cappuccino en een croissantbol met karamel-zeezout naar mijn tafeltje loop. Ze komen nog praten wanneer ik het gevecht met een plakkerige karamelbol aanga. Het gezellige kletspraatje wordt al snel een langdradige geschiedenisles. Ik heb m’n koffie en bol alweer bijna op wanneer ze vertrekken.
In parken hangen veel waarschuwingen voor otters. Ik heb er nog geen één gezien. In dit gebied, met veel kantoorgebouwen, hangen borden met de onheilspellende tekst ‘animals ahead!’
Oversteken mag, op straffe van hoge boetes, alleen bij oversteekplaatsen. Je moet geduldig zijn. Het duurt eeuwen voordat het groene mannetje verschijnt. De oversteektijd wordt aangegeven. Bij een knipperend groen mannetje mag je niet meer beginnen aan de oversteek. Wachten doe je ver achter de gele streep.
Door een parkje wandel ik verder en kom ik in een mooie open ruimte met een groot strak gemaaid grasveld en daarop een prachtig groot wit koloniaal gebouw, het voormalige stadhuis. Het is een mooie tentoonstelling over de geschiedenis van Singapore. Ik breng er een aantal uur door, inclusief lunch. Het is een mooi gebouw. Aan de voorkant zie je niet dat het museum met een modern gebouw is verbonden met het voormalig gerechtsgebouw. Ik heb bijna de hele tentoonstelling gezien wanneer er grote groepen schoolkinderen arriveren. Ze zitten in groepjes op de grond en luisteren naar de docenten. Het laatste deel is een video-animatie van een oerwoud met dieren en vallende bloemen.
Via universiteitsgebouwen loop ik naar Marina Bay. Het is warm maar goed te doen. Op open stukken, schuil ik voor de brandende zon onder mijn paraplu. Loop door een cultureel centrum en kom op een andere plek in de baai uit. In een ander deel van de baai zie ik het standbeeld van Merlion, een leeuw symbool van Singapore. Het is daar erg druk. Terwijl ik zit te genieten, word ik aangesproken door een Indiase jongeman. Hij is net aangekomen uit Zuid Afrika. Hij gaat een paar maanden naar Bali, yogalessen geven. Net te vaak noemt hij dat ik geluk heb dat ik hem ben tegen gekomen. Mensen betalen veel geld om zijn lessen te volgen. Hij heeft last van negatieve energie van het water en wil een stuk gaan lopen. Daar heb ik geen zin in. Ik ga hier wat drinken. Hij blijft aandringen en zegt te voelen dat ik problemen heb. Ik loop naar een terras. De drankjes zijn daar duur hoor ik hem nog roepen. Onder een grote parasol geniet ik van een inderdaad duur drankje.
Vlakbij de kassen die ik eerder heb bezocht, staan super trees, grote futuristische bomen met verticale tuinen. ’s Avonds is er een muziek en lichtshow. Via een loopbrug over het water ben ik er redelijk snel. Al is het even zoeken waar ik onder of bovenlangs de drukke weg kan oversteken. Het is al druk. Ik vind een plekje op de grond. Stipt kwart voor acht begint de show. Een bombastisch muziekstuk met de Andre Rieu-wals er in verwerkt, klinkt hard terwijl de bomen van kleur veranderen. Het is mooi om te zien. De show duurt een kwartier. Op weg naar de metro eet ik saté bij een hawker center. Ik ben voor mijn doen laat terug in mijn hotel en slaap heerlijk.
Vrijdag is mijn één na laatste dag in Singapore. De botanische tuin staat op het programma. Het is drukkend warm en het zweet gutst langs mijn hoofd en rug. Ik ga eerst ontbijten in een koffietent waar het heerlijk koel is. Wanneer ik naar buiten loop, lijkt het buiten nog klammer. De tuin/park is prachtig. Ik ben erg onder de indruk. Moet af en toe op een bankje bijkomen van de hitte. De openbare toiletten zijn in de hele stad volop aanwezig en erg schoon. In het park hangt er zelfs een ventilator in ieder toilet. Na mijn bezoek aan de tuin loop ik naar een hawker center. Het gaat regenen maar het blijft broeierig warm. Dit hawker center is bekend vanwege de nasi lemak, fluffy basmatirijst met kip of vis, een sambal en nootjes. Helaas zijn alle nasi lemak stalletjes zijn gesloten. Ik eet een heerlijke kip curry met pittige chilisaus en drink een blauw drankje. Ik was van plan om nog huisjes aan de andere kant van de stad te bekijken maar de drukkende warmte nekt me. Ik ga terug naar m’n hotel voor een verfrissende douche en een dutje. Doe boodschappen bij Mustapha’s center. Eet wat samosas.
Zaterdagochtend ga ik naar een kookcursus. De kookschool zit in een oude woning in Chinatown. We krijgen les van Sara, een Chinese vrouw van begin 40 schat ik. Het is een kleine groep, een Brits stel van in vijftig en een jonger stel uit Australië. De Australische vrouw en de Britse man zijn hier voor hun werk. Een jonge vrouw uit Thailand die al 10 jaar in Singapore woont en tot voor kort als stewardess werkte. Ze is zwanger en met verlof. En een Britse jongeman die sinds 2 dagen hier woont. Hij is voor 2 jaar uitgezonden, als enige van zijn bedrijf. We beginnen met het maken van het nagerecht, een gestoomde tapioca pudding waarvan we later blokjes snijden en die door cocosrasp rollen. We maken een curry met kip en aardappel. Die minder pittig en zoeter van smaak is dan de Thaise curries. Daarbij eten we een dunne pannekoek die in streepjes wordt gebakken. Sara informeert of de Thaise vrouw een hulp gaat nemen. Uit het gesprek dat volgt, begrijp ik dat het vrij normaal is om een hulp in huis te nemen. Filipijnse vrouwen zijn erg populair. Die sturen al hun geld naar huis, grappen Sara en de Thaise.
Begin van de middag ga ik terug naar mijn hotel. Het is erg druk op straat en warm. Ook in de buurt van mijn hotel is het erg druk op straat. Ik doe een dutje en pak mijn koffer in. Vanavond vlieg ik terug naar huis. Wel met enige spijt. Ik heb genoten van het heerlijke niets doen, op slippertjes en in zomerjurkjes lopen en natuurlijk al dat eten. En nu dan zo’n indrukwekkende stad.
Een gezellige taxichauffeur brengt me naar het vliegveld. Hij verteld dat hij 40 jaar en goede baan heeft gehad en de hele wereld is over gereisd. Hij is nu 69 jaar oud en werkt iedere dag als taxichauffeur. Wanneer ik vraag naar pensioen vertelt hij dat hij werkt om actief te blijven. We houden van werken, zegt hij lachend. Hij is enthousiast over de veiligheid, schone stad en goede voorzieningen. Hij kan voor € 0,70 per dag de hele stad doorreizen met openstaande vervoer. Auto's, zoals zijn taxi, moeten aan strenge milieueisen voldoen. Jaarlijks wordt de uitstoot van de auto’s gecontroleerd.
Ik geef mijn laatste dollars op de valreep uit aan een nasi lemak. In één van de hawker center om een meer authentieke versie te proeven, is een reden om terug te komen.
Reacties
Reacties
Ik kan niet wachten om de live versie te horen en te proeven!
Heb net mn achterstand in verhalen en foto’s weggewerkt: prachtige verhalen & werkelijk schitterende foto’s !!! Zit je nog na te genieten ? Tot snel !
Leuk om je weer te volgen !
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}